Heb je Minder Slaap Nodig of Slaap je Slechter als je Ouder Wordt?

Het is een veelvoorkomend misverstand dat je minder slaapt of minder slaap nodig hebt naarmate je ouder wordt. Hoewel je slaappatroon verandert en de kans op slaapproblemen toeneemt, blijft de behoefte aan slaap constant.

Hoeveel Slaap heb je Nodig?

Volwassenen hebben gemiddeld 7 tot 8 uur slaap nodig, met enige variatie afhankelijk van individuele activiteitenniveaus. Ouderen hebben dezelfde hoeveelheid slaap nodig als jongere volwassenen.

Veranderingen in het Slaappatroon

Naarmate je ouder wordt, verandert je slaappatroon:

• Circadiaans ritme verschuift: Je valt 's avonds eerder in slaap en wordt 's ochtends vroeger wakker. Je biologische klok wordt minder flexibel, wat het moeilijker maakt om met veranderingen in slaaproutine om te gaan. Dit komt onder andere door een verminderde productie van melatonine en een mogelijk gebrek aan daglicht.
• Middagdip: Door het veranderde ritme kun je rond de middag een slaperig gevoel krijgen.
• Langere inslaaptijd: Het kan 20-30 minuten duren voordat je in slaap valt.
• Lichtere slaap: Je bent gevoeliger voor geluiden en andere verstoringen.
• Korte diepe en REM-slaap: De periodes van diepe slaap en REM-slaap worden korter.
• Vaker wakker worden: Gemiddeld word je twee tot drie keer per nacht wakker, wat bij ouderen kan oplopen tot tien keer per nacht.

Deze veranderingen kunnen de indruk wekken dat je slechter slaapt en niet uitgerust wakker wordt. Het kan ook betekenen dat je overdag behoefte hebt aan een dutje, wat volkomen normaal is en niet per se wijst op slapeloosheid.

Grotere Kans op Slaapproblemen

Met het ouder worden neemt de kans op slaapproblemen toe. Slaapproblemen zijn zorgwekkend als je meerdere weken slecht slaapt en daardoor overdag niet goed uitgerust bent. In dat geval is het raadzaam om een huisarts te raadplegen.

Veelvoorkomende oorzaken van slaapproblemen zijn:

• Medische problemen: Slaapapneu, pijnklachten, menopauze, frequent plassen (bijvoorbeeld door prostaatproblemen), maagklachten, rusteloze benen, benauwdheid door hart- of longproblemen, en neurologische aandoeningen zoals dementie of de ziekte van Parkinson.
• Psychische problemen: Depressie en stress, bijvoorbeeld door medische problemen of het verlies van een partner.
• Geneesmiddelen: Medicijnen zoals antidepressiva, slaapmiddelen, plasmiddelen en stimulerende middelen kunnen de slaap verstoren.
• Omgevingsfactoren: Een snurkende bedpartner, overmatig alcoholgebruik, gebrek aan daglicht, te weinig activiteit overdag, en een verstoorde biologische klok door een onregelmatige dagstructuur.
• Verblijf in een ziekenhuis of rusthuis.

Als je slecht slaapt en je 's ochtends niet uitgerust voelt, kan het nuttig zijn om hierover met je huisarts te praten.